De kopieermachine

Een kopieermachine of kopieerapparaat is een machine die gebruikt wordt om tekst en afbeeldingen op een papier te kopiëren. Dit houdt in dat het te kopiëren papier wordt 'gelezen' door het apparaat. Daarna kan het apparaat verschillende kopieën afdrukken.

1. Uitvinding

De kopieermachine werd in 1781 uitgevonden door James Watt.

De eerste kopieermachine werkte zeer simpel. Het eerste papier werd met een gelatine-inkt geschreven. Dit werd tegen een vochtig kopieerpapier gelegd. Beide papieren werden door twee rollen geperst. De inkt werd zo doorgedrukt op het kopieerpapier. Deze afdrukken waren natuurlijk zeer bleek.

Vanaf 1840 probeerde men om kopies te maken met behulp van lichtgevoelig papier.

De eerste "droge" kopieermachine werd in 1937 uitgevonden door Chester Carlson. Deze machine werkte op basis van statische elektriciteit. De eerste versies kwamen pas op de markt in 1949.

2. Werking

afbeelding werking kopieermachine

De werking van een analoge kopieermachine is als volgt:

De werking van een digitale kopieermachine is als volgt:

3. Gebruik

afbeelding kopieermachine
  1. Kijk na of de machine aan staat. Als dit niet het geval is, druk op de aanknop.
  2. Open het scanner-deksel en plaats het papier. Zorg ervoor dat het papier met de bedrukte kant omlaag ligt!
  3. Sluit het deksel.
  4. Geef aan hoeveel kopies je wil maken. De meeste machines zullen zelf vragen om een aantal.
  5. Druk op 'kopiëren'. De machine zal nu de kopies maken.
  6. Neem de kopies uit de afdruklade. Vergeet het originele bestand niet uit de scanner te halen!

Auteur: Vicky Swinnen